Renée koldewijn - een dag voor mensen van alle kleuren

Renée in het Oosterpark, Keti Koti Festival, 1 juli 2022.
Op haar T-shirt het symbool van Sankofa, waarover ook in de tori van Glenda.

Keti Koti is voor mij een dag waar ik ieder jaar vanaf de maand juni naartoe leef.
De eerste jaren dat ik in Amsterdam Oost woonde, hoorde en zag ik altijd de optocht voorbijkomen richting Oosterpark, maar wist ik nog niet wat het inhield. Naarmate ik meer over het Nederlandse slavernijverleden te weten ben gekomen, ben ik mij steeds meer bij deze dag betrokken gaan voelen. Het betekent voor mij meeleven met mensen waarvan de voorouders tot slaaf gemaakt zijn in de voormalige koloniën. Zij ondervinden daar nog steeds de na-effecten van zoals racisme en ongelijkwaardige behandeling.

Keti Koti is herdenken, maar ook vieren. Ik geniet altijd enorm van het weerzien van vrienden die ik daar ieder jaar weer ontmoet. En van de creativiteit die in de kleding / outfit is gestoken.

Kunstwerk 'Spring is in the air', © Renée Koldewijn 2016. Renée: "De boodschap/het bericht van deze angisa is: Yu kka, way yu winti lontu foto, ma ni no sa dray baka. Jij poepzak, waai je wind maar door de hele stad, ik kom toch niet terug."

Zelf draag ik dagelijks een mix van Afrikaanse prints en westerse kleding. Ik hou erg van de vrolijke kleuren en grafische dessins van Afrikaanse prints. Ik ontwerp mijn eigen overhemden van Vlisco-stof. Op de dag van Keti Koti geef ik er nog een extra accent aan door een band in mijn haar bijvoorbeeld. De laatste keer in 2022 droeg ik een T-shirt met het symbool van Sankofa. Ik ben heel blij dat ik op het portret met de Sankofa - vogel ben vereeuwigd, want het staat voor mij voor verbondenheid van mensen uit het verleden, heden en toekomst. Dat shirt is er trouwens één van vele, in de kleuren geel, groen, rood, wit zwart, grijs en kleuren, met allerlei toepasselijke symbolen bedrukt. Een initiatief van onder andere Noemi Beyer: Zeefdrukken voor Nola. Ze stonden met een stand in het Oosterpark en dit shirt heb ik daar gekocht en meteen aangetrokken. De opbrengst gaat naar de Nola Hatterman Academie in Paramaribo, voor de aanschaf van mooie materialen.

Ik ben een witte vrouw, mijn ouders hebben geen Afrikaanse roots. Ik groeide op in een witte wereld tot ik in Amsterdam kwam wonen. Toen ik de zwarte cultuur leerde kennen, merkte ik dat de zwarte manier van denken en doen bij mij past. Ik laat even in het midden wat dat dan ook mag zijn.

Vanaf 2005 heb ik veel over het Nederlands slavernijverleden geleerd en ervaren door een kunstproject in samenwerking met mensen op de Antillen. Vanuit een gevoel van onrechtvaardigheid heb ik mij steeds meer verdiept in de geschiedenis van de slavernij. Om die reden ook heb ik de Antillen, Brazilië en Suriname, voormalige koloniën, bezocht. De periode erna initiëerde ik educatieve en kunstprojecten over het verzet tegen de Europese onderdrukking: de geheime talen van tot slaaf gemaakten.

Meestal ga ik kijken naar de Keti Koti optocht op 1 juli, soms loop ik mee vanaf het stadhuis tot in het Oosterpark. Ik geniet van de creativiteit waarmee de klederdrachten zijn gemaakt. Iedere bevolkingsgroep van Suriname is daar aan het shinen. En herkenbaar door kleur en stofkeuze.  Er spreken verschillende gevoelens uit de kledingdrachten omdat de dag alles te maken heeft met de voorouders. Er spreekt verdriet, woede, pijn uit, maar ook vreugde en dankbaarheid over hun kracht. De dag raakt mij altijd enorm.

Op school heb ik niets over het slavernijverleden gehoord. Mijn vader las veel. Na zijn dood in 2000 vond ik het boek van Anton de Kom, Wij slaven van Suriname, in zijn boekenkast. Ik heb het boek toen zelf ook gelezen. Een eyeopener.

In mijn eigen gezin hebben wij veel gepraat over de slavernijgeschiedenis met onze twee zoons. En doordat ik jarenlang West-Afrikaanse dans beoefend heb en mijn zoons de Braziliaanse vecht-dans capoeira, is de afrocultuur ook letterlijk in ons lijf gaan zitten.

Ik vind het belangrijk dat Keti Koti hier ook een Nationale feestdag wordt, net zoals in Suriname. Ik ben in Suriname geweest, maar niet tijdens Keti Koti.

 

Voor mij persoonlijk is het in Nederland al vele jaren een bijzondere dag. Ieder jaar woon ik de herdenking  bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark. De eerste jaren was de sfeer grimmig. Soms was ik bang en liep ik weg. De laatste jaren verloopt het vrediger. Ik ben heel blij dat de gemeente Amsterdam nu als eerste stad in Nederland zijn excuses heeft aanboden aan de nazaten van tot slaaf gemaakten.

Bij de Keti Koti herdenkingen was ik altijd een van de weinige witte aanwezigen. Iets wat ik nooit begreep en zeer betreur. Er is nog zoveel onwetendheid over dit verleden bij de meeste witte Nederlanders, net zoals bij mijzelf lange tijd het geval was. 

Je hoeft geen Afrikaanse of Surinaamse roots te hebben om je in het Nederlands slavernijverleden te verdiepen. It takes two to tango. Ik hoop dat Keti Koti een dag van ons ALLEMAAL wordt. Een dag voor mensen van ALLE kleuren.

 

* * * * * * * * 

 

Renée Koldewijn
Beeldend kunstenaar
Geboren in Nederland (Rotterdam), woont in Nederland ( Amsterdam).

 

Het doekje van Renée. 
De inkt  is  gemaakt  van bramen  en lijsterbessen.