NELLIE BAKBOORD - sabi DIRI

Voor mij is Keti Koti een dag om stil te staan bij de afschaffing van de slavernij.
Als kind in Suriname leer je puur dit stukje geschiedenis op school. Thuis in Suriname is het niet anders. Met onze ouders gingen wij net als iedereen toen naar het centrum van Paramaribo. Zoals ik me kan herinneren was dit naar het Onafhankelijkheidsplein, de Waterkant en de Palmentuin. Mooie kleren aan en veel lekkere dingen eten.

Ik kan me niet herinneren dat ik naar dansi's ben geweest. Misschien dat ik wel als publiek ging kijken naar dansi optredens. O ja....er was een keer op 1 juli in de Palmentuin een viering. Toen had ik een koto aan. Daar heb ik een prachtige zwartwit-foto van. 

Nellie in de Palmentuin, Paramaribo. 
Keti Koti 1987

Ook als wij in 1965, wanneer ik 11 jaar oud ben, in Amsterdam komen wonen, blijft Keti Koti een feest van de afschaffing van de slavernij. Maar 1 juli kreeg toen niet die aandacht zoals dat zich nu zo goed ontwikkeld heeft. In de jaren zestig manifesteerden Surinamers zich hier niet als zodanig.

En pas veel later leerden we dat tien jaar na de zogenoemde afschaffing van de slavernij Keti Koti in 1863 tot slaaf gemaakten verplicht werden op de plantage te blijven werken. Dus eigenlijk was het pas in 1873 voorbij. Een nieuwe, eerlijke, "niet westerse kijk'. 

Nellie broer en zus, zittend op een muurtje in Amsterdam. Het gezin woonde toen nog maar pas in Nederland.

Het herdenken/ vieren van 1 juli Keti Koti geniet bij mij de voorkeur. In de vorm van het bijwonen van algemene lezingen, of dat sprekers aan het woord komen, de voorkeur. Een mooie bijkomstigheid is dat 1 juli dan een soort brasa dey wordt. 

Ik kleed me niet speciaal op een bijzondere manier maar standaard wel een kleurige sjaal. Bijvoorbeeld van pangi-stof of batik, maar batik draag ik ook op gewone dagen.

Binnen onze familie is er vaak gesproken over het slavernijverleden. Zo zouden onze voorouders zowel afstammen van tot slaaf gemaakten als van slavenhouders. De manier waarop er werd gesproken bleef echter oppervlakkig. Of misschien waren wij te jong om er dieper op in te gaan, we hielden ons met andere dingen bezig, leeftijd en omstandigheden gerelateerd. Mijn vader overleed op jonge leeftijd. Van hem hadden wij veel antwoorden los kunnen krijgen. Hij was een oorlogsveteraan.

De discussie om Keti Koti benoemen tot een nationale feestdag is een erg zinvolle discussie. Misschien is deze benoeming een stuk handiger dan de zogenaamde excuses van autoriteiten. Die excuses zou ik bovendien in daden willen terugzien. De onderhandelingen rondom de onafhankelijkheid in 1975 waren in mijn ogen geen succes. Vele landskinderen verlieten hun geboortegrond voor een

onzeker avontuur in Nederland, niet in de minste plaats doordat Suriname berooid was achtergelaten.
In deze video en ook in deze zie je mooie oude reportages van die periode.

Ik vind dat de  Nederlandse overheid, in samenspraak met Suriname,  alsnog goed voor haar voormalige kolonie moet  zorgen. Ik noem in dit verband: alle oude houten schoolgebouwen en ziekenhuizen optrekken in steen (met behoud van de tropische architectuur); het onderwijs en de zorg net zo goed faciliteren als dat in Nederland gebeurt; gezondheidscentra en voorzieningen voor sport en spel in de wijken.

Ten slotte: Ik houd van Surinaamse odo’s. Deze vind ik mooi: Ala piri tifi a no lafu - Schijn bedriegt. Sabi diri - Goede raad is duur, Pe sabi kibri, du e sori: Kennis is macht.

En van die drie vind ik Sabi Diri  de mooiste.

 

 

* * * * * * * * 

 

Petronella Maria Bakboord (roepnaam Nellie)

Auteur. directeur Creatieve Salon, hobby kok.
Werkte in Suriname bij diverse ministeries en in Nederland bij het Buurtwerk Zuid Oost (diverse functies), bij Alcides in Amsterdam Zuidoost en  bij de Stichting SKC (Stichting voor Kennis en sociale Cohesie), beide als projectcoördinator.  De laatste jaren voor haar pensioen werkte ze bij het Ouder - en kind team in de Watergraafsmeer (Amsterdam). 

Opleiding: Sociale Academie (CICSA), politicologie (UvA, niet afgerond). 

Geboren in Paramaribo (1954). 
Woont in Diemen.

 

De doekjes van katoen, bij de tori van Nellie. De inkt is gemaakt met donkerblauwe stofverf.